Langstlevende ouder heeft sterke positie ten opzicht van de kinderen

Als ouders zelf geen testament hebben opgemaakt waarin anders bepaald, dan krijgt de achterblijvende ouder bij overlijden van zijn of haar partner de helft van het vermogen plus een kindsdeel van de andere helft.

De
kinderen krijgen nog niets in handen,
zij krijgen een vordering op de langstlevende ouder. Die vordering kan pas
worden geïnd na overlijden van de tweede ouder. Intussen mag die ouder
vrijelijk beschikken over het gehele vermogen. Voordeel voor de kinderen is dat
de langstlevende ouder ook alle erfbelasting moet betalen.

Meestal
loopt dat verbruiken van het gehele vermogen door de langstlevende ouder niet
zo’n vaart. Het vermogen zit dan voor een deel vast in stenen, in een huis. Hoe
kan het wel? Bijvoorbeeld als de ouder het huis verkoopt en terughuurt. De
kinderen hebben dan al gauw het nakijken. Een beroep op de rechter om een
dergelijke transactie ongedaan te maken is qua uitkomst heel onzeker. De ouder
staat in veel gevallen erg sterk.

Wilt
u dit voorkomen, maak dan een testament op. Daarin kunt u regelen dat de
kinderen in bepaalde situaties hun erfdeel kunnen opeisen of toestemming moeten
geven voor bepaalde transacties. Als er geen testament is, kan de
achterblijvende ouder binnen drie maanden na het overlijden bij de notaris een
afwijkende regeling treffen door bijvoorbeeld de wettelijke verdeling ongedaan te
maken en daarmee de verdeling onder de kinderen toch anders te regelen. De
achterblijvende ouder heeft in dat geval ruimte om het anders te regelen.

Wilt
u meer weten over de voor- en nadelen van een keuze voor wettelijke verdeling
of testament in uw geval? Bel ons voor het maken van een afspraak.