Vrijstelling overdrachtsbelasting bij doorzakking in werk-BV

Het komt nogal eens voor dat een goedlopende vennootschap onder firma wordt ingebracht een nieuw opgerichte BV. Als bij die inbreng ook onroerend goed is betrokken, kan gebruik worden gemaakt van vrijstelling van overdrachtsbelasting. Hoe zit het met te betalen overdrachtsbelasting als de bestuurders van de BV de onderneming willen laten doorzakken naar een nieuw opgerichte werk-BV waarbij bedrijfspand, lijfrentevoorzieningen, machines en andere waardevolle activa in de moeder-BV achterblijven? Op die vraag heeft de staatssecretaris van Financiën een helder antwoord gegeven.

De staatssecretaris heeft goedgekeurd dat de belastinginspectie in een dergelijke situatie de hardheidsclausule toepast en de overdrachtsbelasting buiten toepassing laat. Hieraan zijn echter wel voorwaarden verbonden:


  • De vermogensbestanddelen die achterblijven in de moeder-BV moeten ten minste drie jaar na inbreng ter beschikking worden gesteld aan de Werk-BV.
  • De onderneming moet minimaal drie jaar na inbreng binnen het concern worden voortgezet.
  • De herstructurering (de inbreng van de betreffende vermogensbestanddelen in de werk-BV) moet binnen zes maanden na goedkeuring van de vrijstelling van overdrachtsbelasting worden uitgevoerd.

Veel eerder al heeft de staatssecretaris goedgekeurd dat bij doorzakking de holding (moeder-BV) wordt vrijgesteld van overdrachtsbelasting, maar bij dat besluit bleven alleen de onroerende zaken buiten de doorzakking. In dat eerdere besluit van de staatssecretaris werd hieraan ook nog niet de voorwaarde verbonden dat de vermogensbestanddelen die in de holding-BV achterblijven minimaal drie jaar lang ter beschikking worden gesteld aan de dochter-BV.

 

Wilt u meer weten over het inbrengen van vermogensbestanddelen uit de holding naar een werk-BV? Bel ons voor het maken van een afspraak.