Ontslag statutair bestuurder is ook einde managementovereenkomst

Bij schorsing en ontslag van statutair bestuurders kan een BV eenvoudig een verkeerde weg inslaan. In veel gevallen lopen diverse constructies van arbeidsrelaties door elkaar heen. Bijvoorbeeld als de ene statutair bestuurder wordt vertegenwoordigd door een persoon en de andere op basis van een managementovereenkomst tussen de BV en zijn persoonlijke holding ter beschikking is gesteld aan de BV. Er is dan bij schorsing en ontslag sprake van zowel een vennootschapsrechtelijke relatie tussen de BV en de betreffende bestuurder als van een contractuele relatie tussen de BV en de holding.

In de zomer van 2014 sprak de rechtbank zich uit over een dergelijke situatie. In de vennootschapsrechtelijke relatie is aan de bestuurder per brief meegedeeld dat hij per direct is geschorst als bestuurder van de BV (het schorsingsbesluit). Enkele dagen daarna ontvangt hij een oproep voor de algemene vergadering van aandeelhouders met als enig agendapunt zijn ontslag.
Echter, ook wat schorsing van bestuurders betreft bevatten vrijwel alle statuten de bepaling dat die bevoegdheid bij de algemene vergadering van aandeelhouders berust, evenals ten aanzien van ontslag. Het schorsingsbesluit per brief heeft daarom geen rechtsgeldigheid en de bestuurder moet in principe weer in de gelegenheid worden gesteld om zijn functie uit te oefenen. In principe, omdat de rechter een belangenafweging zal maken die dit in de weg staat. Dat zou dan een ernstige – geheel of deels te wijten aan de handelwijze van de betreffende bestuurder – vertrouwensbreuk moeten zijn, die verdere samenwerking niet meer mogelijk maakt. Het kan – daarnaast of daarbij – ook zijn omdat voor alle partijen wel duidelijk is dat de betreffende bestuurder op de algemene vergadering van aandeelhouders zal worden ontslagen.
In de contractuele relatie moet worden uitgegaan van het oordeel van de Hoge Raad, die bepaalt dat bij verwevenheid van de vennootschapsrechtelijke en arbeidsrechtelijk relatie, het vennootschapsrechtelijke ontslag van de statutair bestuurder ook beëindiging van zijn arbeidsovereenkomst betekent. Dat kan alleen worden tegengehouden als sprake is van een ontslagverbod of een andere relevante afspraak of als de statutair bestuurder slechts formele bestuurderstaken verricht en zijn arbeidsovereenkomst los staat van de formele functie van statutair bestuurder.
In het hier aan de orde zijnde voorbeeld geldt dat het vennootschapsrechtelijk besluit om de bestuurder te ontslaan tot het einde van de managementovereenkomst de BV en de holding leidt.
Wilt u meer weten over de vennootschappelijke en de arbeidsrechtelijke relatie tussen uw BV en haar bestuurders? Bel ons voor het maken van een afspraak.