Vruchtgebruik onder bewind als verplichtingen niet worden nagekomen

Wie als partner het vruchtgebruik krijgt van de nalatenschap van zijn of haar overleden partner, moet wel zorgen dat hij of zij voldoet aan de verplichtingen die aan dat vruchtgebruik zijn verbonden. Dergelijke verplichtingen kunnen bijvoorbeeld zijn uitvoering geven aan het verrekenbeding, het maken van een boedelbeschrijving, het maken van een opgave van de goederen die niet meer aanwezig zijn, die daarvoor in de plaats zijn gekomen en welke voordelen dit heeft opgeleverd.

Testamenten bevatten nogal eens de bepaling dat het vruchtgebruik van de nalatenschap wordt gelegateerd aan de langstlevende partner Vaak wordt daar een aantal verplichtingen aan gekoppeld.Als aan die verplichtingen niet wordt voldaan loopt de vruchtgebruiker het risico dat het vruchtgebruik onder bewind wordt gesteld. Dan moet wel door de eisende partij worden aangetoond dat de vruchtgebruiker ernstig tekortschiet in zijn of haar verplichtingen.
Het Hof Amsterdam kreeg onlangs een dergelijke zaak voorgeschoteld. Was de rechtbank nog op de hand van de vruchtgebruiker geweest, het Hof ging de andere kant op. Erfgenamen waren na een overlijden niet overgegaan tot het afwikkelen van de nalatenschap. Indien bij testament vruchtgebruik is toegekend aan de langstlevende, moeten de erfgenamen meewerken aan de vestiging van het vruchtgebruik. Dit is niet gebeurd, maar door verjaring is het vruchtgebruik na die periode alsnog ontstaan. Aan de aan het vruchtgebruik verbonden testamentaire en wettelijke verplichtingen is lange tijd geen uitvoering gegeven.
En toen gebeurde het, de familieverhoudingen kwamen op scherp te staan. Reden voor een erfgenaam om de vruchtgebruiker alsnog aan te spreken over het nakomen van de verplichtingen. Dat de erfgenaam dat niet eerder heeft gedaan, is volgens het Hof geen beletsel om dat alsnog te doen.
De vruchtgebruiker heeft geen boedelbeschrijving opgemaakt en geen opgave gedaan van goederen die er niet meer zijn of zijn vervangen door andere. Daarnaast hebben de vruchtgebruiker en de andere erfgenamen geld van de bankrekening opgenomen en effecten gekocht om een nieuw onderkomen voor de vruchtgebruiker te betalen. Ook eerder waren al effecten verkocht. De erfgenaam die de vruchtgebruiker alsnog aansprak op uitvoering van de verplichtingen, was hierbij niet betrokken.
In het testament was bepaald dat het beheer over het vruchtgebruik aan de vruchtgebruiker en overige erfgenamen gezamenlijk toekomt. Dat had vooral tot doel om de goederen die onder het vruchtgebruik vielen, in stand houden. Die bepaling is volgens het Hof geschonden, wat een ernstig tekortschieten oplevert in het nakomen van de verplichtingen als vruchtgebruiker. Het doet er daarbij overigens niet toe of al dan niet op het vermogen is ingeteerd.
Omdat de familieverhoudingen dermate verstoord waren, stelde het Hof in dit geval het vruchtgebruik onder bewind van een onafhankelijke bewindvoerder.
Wilt u meer weten over vruchtgebruik in het algemeen en de daaraan verbonden verplichtingen in het bijzonder? Bel ons voor het maken van een afspraak