Onderzoek naar ruimere toegang notarissen tot UBO-register

(Bron: KNB) De minister van Financiën onderzoekt of Wwft-instellingen zoals notarissen ruimere toegang tot het UBO-register kunnen krijgen. Dat blijkt uit zijn antwoorden op vragen van de Eerste Kamercommissie voor Financiën over de wetsvoorstellen voor het UBO-register.

De
commissie besloot dat de wetsvoorstellen nog niet rijp zijn voor plenaire
behandeling door de Eerste Kamer. De commissie zet haar voorbereiding voort.
Het kabinet wil het UBO-register komend voorjaar laten ingaan.

Belanghebbenden

Op
grond van de vierde en vijfde anti-witwasrichtlijn moest Nederland op 10
januari 2020 een UBO-register hebben ingesteld. In dat register worden van
juridische entiteiten als vennootschappen en stichtingen de ‘uiteindelijk
belanghebbenden’ (ultimate beneficial owners, UBO’s) vastgelegd.
Wwft-instellingen krijgen beperkt toegang tot de gegevens in het UBO-register.
Alleen de openbare gegevens naam, geboortemaand, geboortejaar, woonstaat,
nationaliteit en aard en omvang van het economische belang zijn door hen in te
zien.

Advies

De
Autoriteit Persoonsgegevens (AP) heeft advies uitgebracht over toegang van
Wwft-instellingen tot de aanvullende gegevens in het UBO-register. Op dit
moment wordt gekeken in hoeverre tegemoet kan worden gekomen aan de opmerkingen
van de AP over deze ruimere toegang. Vervolgens wordt afgewogen of er wetgeving
voor deze toegang komt.

Terugmeldplicht

Alle
bestaande registratieplichtige juridische entiteiten moeten binnen achttien
maanden na inwerkingtreding van het UBO-register hun UBO’s registreren bij de
Kamer van Koophandel. De terugmeldplicht voor Wwft-instellingen geldt al in
deze periode. Als in deze periode een juridische entiteit nog geen gegevens
over haar UBO’s heeft geregistreerd, is het niet mogelijk om een terugmelding
te doen. Binnen die achttien maanden is het alleen mogelijk om een
tegenstrijdigheid met een geregistreerd gegeven te melden, aldus de minister.
Een voorziening voor terugmelding zal vermoedelijk twee maanden na de start van
het UBO-register beschikbaar komen.

Pseudo-UBO

Als
geen natuurlijk persoon kan worden achterhaald die de UBO is, moet het hoger
leidinggevend personeel van de juridische entiteit als UBO worden aangemerkt:
de zogenaamde pseudo-UBO. Alle leden van het bestuur moeten dan volgens
Hoekstra als UBO worden aangewezen. Als sprake is van een
rechtspersoon-bestuurder, dan is elke natuurlijk persoon die daarvan bestuurder
is tevens de pseudo-UBO van de rechtspersoon die UBO-registratieplichtig is.

Centraal
aandeelhoudersregister

Het
kabinet vindt besluitvorming over een centraal aandeelhoudersregister, onder
meer vanwege het UBO-register, op dit moment te vroeg komen. Het kabinet wil
eerst kennis en ervaring opdoen met het UBO-register. Hoekstra schrijft dat het
kabinet wel graag bereid is met de initiatiefnemers van het centraal
aandeelhoudersregister in gesprek te gaan om te bekijken of en hoe een centraal
aandeelhoudersregister het UBO-register op termijn kan versterken en wat
daarvoor de randvoorwaarden zijn.