Ondernemers veranderen nauwelijks van rechtsvorm

Als ondernemers eenmaal een rechtsvorm hebben gekozen, veranderen ze deze zelden. Dat blijkt uit onderzoek van het Centraal Planbureau (CPB). Alleen IB-ondernemers met hogere winstinkomens stappen soms over naar een vennootschap.

Het CPB heeft gekeken naar de belastingdruk van personen die voor de inkomstenbelasting worden gezien als ondernemers (IB-ondernemers) en directeur-grootaandeelhouders (dga’s). Daarbij is gekeken naar de rechtsvorm van ondernemingen tussen 2007 en 2014. De eerste keuze voor een rechtsvorm blijkt vaak de definitieve keuze.

Van IB naar dga

Uit data van het Centraal Bureau voor de Statistiek blijkt dat 1 procent van de ib-ondernemers drie jaar later dga is geworden. Bij inkomens boven de 75.000 euro ligt dat percentage hoger: 3 procent. De omgekeerde weg wordt vooral bewandeld door dga’s met een inkomen tot 75.000 euro: van hen kiest 5 procent er voor om door te gaan als ib-ondernemer. Dat neemt snel af bij hogere inkomens.

Motieven

De keuze om over te stappen op een andere rechtsvorm voor de onderneming is afhankelijk van vele factoren. Naast fiscale motieven spelen ook risico en aansprakelijkheid, kostenoverwegingen zoals administratie, pensioen- en vermogensopbouw en bedrijfsopvolging een rol.